In de wereld van de puntige vierkantjes werd eens een vijfhoekje geboren. Vijfhoekjes waren jammer genoeg niet gewenst bij de puntige vierkantjes. Ze waren zo anders…
De vierkantjes zeiden: ‘we breken er wel een hoekje af, dan is het ook een vierkantje.’ Dat ging echter niet zo makkelijk als ze dachten. Ze timmerden erop los, maar het lukte niet om van het vijfhoekje een vierkantje van te maken. Het vijfhoekje was nu wel flink beschadigd en de puntige vierkantjes waren teleurgesteld over het resultaat. Zo kon het niet langer doorgaan….
Ze gaven het kapotte vijfhoekje toen maar een grote plank: een houten vierkant met twee kijkgaten erin. Het vijfhoekje moest voortaan die plank altijd vóór zich dragen om op een vierkant te lijken. Op deze wijze kon het zich jaren in de wereld van de vierkantjes bewegen. Dat vonden de vierkantjes heel aanvaardbaar.……….
Het vijfhoekje echter werd doodmoe van altijd met die grote zware plank te zeulen. Het bleef maar zoeken en zoeken naar een oplossing om een echt vierkantje te worden…
Na lange tijd kwam het uitgeputte vijfhoekje een paar wijze, afgeronde, vierkantjes tegen. Die zagen er veel vriendelijker en zachtmoediger uit dan de puntige vierkantjes en dus durfde het vijfhoekje, voorbij aan alle afwijzing en uitputting, nogmaals de vraag te stellen:
‘Hoe kan ik ooit nog een vierkantje worden?”
‘Jij? Een vierkantje?
Maar … je bent toch gewoon een vijfhoekje!’ zei één van de afgeronde vierkantjes. ‘ Hoe komt het dat je die zware plank ben gaan meezeulen? Is erg vermoeiend toch? ‘Leg die plank eerst eens even neer…voor we verder gaan. Zo gezegd zo gedaan!
De andere afgeronde vierkantjes zagen het nu ook. ‘Ja!!! Jij bent gewoon een vijfhoekje:). Je hoeft toch niet te doen alsof je een vierkantje bent! Je hebt alleen maar een hoekje meer dan wij, daar is toch niks mis mee? We kennen er wel meer zoals jij, hoor!” Bij de afgeronde vierkantjes mocht het kapotte vijfhoekje dat zware stuk hout eindelijk weggooien. Wat een opluchting. Ineens zag de wereld er heel anders uit.
Een paar puntige vierkantjes hadden van ver gezien wat er gebeurde en ze zeiden: ‘Oei, oei, nu gaat het vast heel slecht met het vijfhoekje. Het lukte altijd zo goed met die plank.’ Maar het vijfhoekje wist nu inmiddels beter en leefde verder vanuit haar aangeboren eigenheid. Ze genoot en danste regelmatig van vreugde en plezier!
(geïnspireerd door : verhalen over anders zijn door Cis Schildmans)